Inhoudsopgave
Afmetingen en resolutie aanpassen via het menu
Wil je de afmetingen van je afbeelding in het geheel aanpassen? Dan gaan we eerst eens kijken in het menu afbeelding en dan bij afbeeldingsgrootte.
Je ziet daar de breedte en de hoogste staan. Je kan nu de waarden aanpassen. Heeft je muis een scroll-wieltje? Dan kan je de waarde door te scrollen verhogen of verlagen.
Merk je het slotje op tussen breedte en hoogte? Dat zorgt ervoor dat de ene eenheid mee verandert met de andere. Het kan zijn dat je het slotje aanklikbaar moet maken door eerst nieuwe pixels berekenen aan te vinken.
Merk op dat je de afbeelding natuurlijk vervormt als je de verhoudingen aanpast.
Tussendoor: afmetingen in centimeter, pixels en resolutie
Wanneer we afmetingen instellen, kan je die afmetingen vaak uitdrukken met verschillende eenheden. Centimeter en pixels zijn de belangrijkste. Ook in het venster bij afbeelding > afbeeldingsgrootte kan je deze eenheden selecteren achter je breedte en hoogte.
Daarnaast duikt ook nog het woord resolutie op. Laat ons die termen wat verduidelijken:
- Een pixel is een vakje dat 1 kleur kan weergeven. Het is dus de kleinste eenheid waaruit je afbeelding is opgebouwd. Je kan het aantal pixels benoemen dat een afbeelding heeft (het aantal kleurvakjes waaruit de afbeelding is opgebouwd). Je kan daarentegen ook van een beeldscherm zeggen uit hoeveel pixels het is opgebouwd. 1920 x 1080 pixels is bijvoorbeeld een populaire afmeting.
Hieronder heb ik een gewone foto eens verkleind door het aantal pixels te verkleinen. Je ziet dat ze dan uit minder beeldpunten bestaat.
- De resolutie is het aantal pixels dat in 1 centimeter of 1 inch wordt weergegeven. 72 DPI of PPI betekent dat er in 1 inch 72 dots of pixels worden weergegeven. Met 300 DPI of PPI zal je uiteindelijke afbeelding veel kleiner worden, omdat de pixels meer worden samengeperst. Voor professioneel drukwerk wordt vaak gevraagd om 300 DPI materiaal aan te leveren.
Je weet nu dat je het bij het venster voor de afbeeldingsgrootte kan instellen.
- Als je instelt hoeveel pixels je afbeelding groot moet zijn, en een resolutie kiest, dan kan je de afmeting van de afbeelding dus ook weergeven in centimeter, of inch. Dat is natuurlijk enkel maar nuttig als je de afbeelding ook echt afdrukt. Op een digitale weergave van je foto kan je immers altijd inzoomen.
Onder de afmetingen zie je een vakje staan nieuwe pixels berekenen. Als je dit uitschakelt, wordt het aantal pixels waaruit je afbeelding is opgebouwd NIET aangepast wanneer je de resolutie of de afmetingen aanpast. Het aantal pixels blijft gelijk. Wanneer je het aanvinkt, wordt het aantal pixels in je afbeelding wél aangepast. Dat aantal kan kleiner worden, of groter worden. En dat heeft trouwens ook een impact op je bestandsgrootte.
Dat is dus belangrijk. Als je het vinkje aanvinkt en je maakt je afbeelding kleiner, dan worden pixels weggegooid. Als je achteraf je afbeelding terug groter maakt, dan zal de afbeelding minder scherp zijn omdat je pixels kwijtgespeeld bent.
Canvasgrootte aanpassen via het menu
Wanneer je de afbeeldingsgrootte aanpast, verkleint of vergroot wat op de afbeelding te zien is. Bij afbeelding > canvasgrootte daarentegen verander je de grootte van het tekengebied van je afbeelding, zonder je afbeelding zelf aan te passen. Je verandert als het ware de grootte van je schilderdoek, zonder je schilderij zelf te schalen.
Wanneer je je canvas verkleint, snij je een deel van de foto weg. Wanneer je je canvas vergroot, komt er naast je oorspronkelijke foto nog ruimte beschikbaar in je afbeelding.
Met de 9 knopjes bij plaatsing bepaal je waar je oorspronkelijke afbeelding geplaatst wordt op je nieuwe canvas. Standaard staat ze mooi gecentreerd.
Canvasgrootte aanpassen via het gereedschap uitsnijden
Bij de gereedschappen links zie je de optie uitsnijden staan. Daarmee kan je het canvas aanpassen en zo de afbeelding groter maken, of een deel van de afbeelding wegsnijden.
Zodra je op de tool klikt, verschijnen er handgrepen die je kan verslepen. Zo stel je de uiteindelijke afmetingen in.

Druk op enter of op het checkmark teken om je uitsnede effectief door te voeren. Met escape verwijder je telkens de selectie voor de uitsnede.
Maak nog eens een uitsnede, en laat ons een paar opties bekijken.
In de optiebalk bovenaan kan je instellen hoe je uitsnede er moet uitzien. Selecteer bijvoorbeeld in het keuzelijstje verhouding en vul in de vakjes daarna 3 en 2 in. Wanneer je nu de handgrepen aanpast, is dat altijd in 3:2 verhouding.
Super handig! Deze tool is erg handig om van liggende foto’s staande foto’s te maken, en omgekeerd.
In het keuzelijstje bij verhouding zie je dat er nog meer opties zijn, maar die bespreek ik niet in deze introductie.
Wanneer je naast je uitsnede klikt en sleept verschijnt een gedraaide pijl. Zo kan je je uitsnede roteren.

Een handige optie hier is ook rechttrekken. Deze gebruik je om de horizon op je foto recht te zetten. Je maakt dus een uitsnede die zo gedraaid is dat de horizon recht is. Het is de bedoeling dat je zodra je op rechttrekken klikt een lijn tekent op de horizon. Zodra je de muis loslaat, stelt het programma een uitsnede voor. Druk opnieuw op enter om te bevestigen.
Bijsnijden en nieuwe inhoud bijmaken
Soms is je afbeelding te klein om de uitsnede te maken die je in gedachten hebt. Stel dat je bijvoorbeeld een volledige foto wil behouden, maar toch extra ruimte wil toevoegen boven en onder. Je zou dan eigenlijk de extra items op de foto willen bijtekenen. Tegenwoordig zijn er slimme functies die precies dat doen: extra inhoud bijmaken. Je zet AI in om je afbeelding aan te vullen. Je vindt deze optie bij de opties bovenaan wanneer je werkt met uitsnijden.
Hieronder doen we het eens. We kiezen voor de knappe optie generatief vullen. Daarmee kan je het programma de opdracht geven om de extra ruimte te vullen met inhoud die past bij de rest van de inhoud, of je kan zelfs extra instructies meegeven.
Hieronder doe ik het eens voor, een keertje zonder extra instructies en een keertje met instructies (prompt).
Het resultaat is niet altijd bruikbaar, maar soms levert het echt een zeer goed resultaat op! Je wint er dan enorm veel tijd mee.
Nog een voorbeeld, hieronder geven we extra context mee door de prompt “alpen” in te geven. Merk op dat er telkens verschillende varianten gegenereerd worden. We kiezen hier niet voor de eerste versie, maar wel voor zo’n variant.
Schalen
Met de functie schalen verander je niet de grootte van je canvas, maar wel wat er op dat canvas zichtbaar is. Je maakt dus elementen groter of kleiner, zonder de grootte van je afbeelding aan te passen.
De functie vind je in het menu bij bewerken en dan bij transformatie > schalen. Is de functie niet beschikbaar bij jou? Dan is de kans groot dat je in een afbeelding werkt met een achtergrondlaag. Dat is een speciaal type laag dat je niet kan transformeren. Later leg ik je nog veel meer uit over lagen. Voor nu moet je gewoon weten dat je in de 3 zones rechts op de tab voor lagen moet klikken, en dan moet dubbelklikken op Achtergrond. Klik vervolgens om de standaardnaam toe te passen voor de laag. Nu kan je deze laag bewerken met de transformatieopties bij bewerken > transformeren. Kies voor schalen.
Beweeg opnieuw de handgrepen om de vorm te veranderen. Merk op dat de breedte en hoogte samen veranderen wanneer je de afmetingen aanpast wanneer je tegelijk de Shift-knop houdt ingedrukt. Zo voorkom je dat je de afbeelding vervormt.
Er bestaat daarnaast nog een snellere manier om tot de schaalfuncties te komen. Klik in de gereedschappen op het verplaatsingsgereedschap en duid in de opties transform.gereedsch. aan. De handgrepen verschijnen nu.
Schalen en inhoud beschermen
Nog 1 nieuwere mogelijkheid: stel dat je het afgebeelde wil versmallen, maar tegelijk het centrale op de foto wil behouden. Dat is mogelijk tegenwoordig. Ik doe het hieronder voor, de uitleg staat onder het filmpje.
Wat je eerst moet doen is duidelijk maken aan Adobe Photoshop welk deel je wil beschermen. Dat doe je door dat deel te selecteren en die selectie een naam te geven. Nu hebben we selecteren nog niet behandeld in deze tutorial, maar laat ons gewoon het meeste eenvoudige selectiegereedschap nemen: klik bij de gereedschappen op het rechthoekig selectiekader en teken een rechthoek. In het voorbeeld wil ik de boom altijd even groot houden. Ik teken dan ook een rechthoek rond de boom.
Nu gaan we deze selectie opslaan. Doe dat in het menu bij selecteren en dan selectie opslaan. Geef je selectie een naam en klik op OK.
Nu klik je in het menu op bewerken en klik je op zo schalen dat inhoud behouden blijft. Zoek in de opties bovenaan het keuzelijstje bij beschermen en selecteer daar je selectie die net gemaakt hebt.
Als je nu schaalt met de handgrepen, zal Adobe Photoshop proberen je selectie te vrijwaren. Bevestig tot slot met enter.