Inhoudsopgave
Wat is een functie?
Functies zijn vooraf gedefinieerde formules, die bewerkingen uitvoeren met één of meerdere waarden in een vooraf gedefinieerde volgorde. Vaak gaat het om complexe berekeningen. Je zou alles manueel kunnen berekenen (met alleen maar formules, zonder berekeningen), maar dan ben je héél lang bezig en werk je niet efficiënt.
De meest gebruikte functies zijn waarschijnlijk SOM en GEMIDDELDE, maar er zijn er nog een heel pak meer. Natuurlijk zijn er ook veel geavanceerde functies bij. Ik zal er een deel van overlopen in deze cursus.
Een functie bestaat altijd uit de naam van de functie, gevolgd door haakjes, met tussen de haakjes verschillende argumenten, gescheiden door puntkomma.
=FUNCTIE(argument 1; argument 2)
(Probeer het bovenstaande niet rechtstreeks in te geven, het is maar een voorbeeld dat duidelijk maakt hoe functies zijn opgebouwd.)
Welke functies zijn er in Microsoft Excel?
Heel … erg … veel.
Kijk maar eens op de tab formules. Je ziet daar lijstjes staan per type functie. Ik ga die hier nu niet allemaal opnoemen, maar in de komende delen leer je er enkele kennen.
Een greep uit het enorme aanbod: financiële functies (bijv. om de rente te berekenen), logische functies (als … dan), zoekfuncties (verticaal zoeken) etc.
Functies manueel ingeven
Wanneer je een functie kent, kan je ze manueel ingeven. Dat betekent dat je gewoon in een cel klikt, en dan vervolgens in de cel of in de formulebalk = typt, gevolgd door de naam van de functie.
Zodra je de beginletters van een functie typt, krijg je een lijstje met overeenkomende functies te zien. Selecteer de functie die je wil (door erop te klikken of sneller, door ernaartoe te navigeren met de pijltjestoetsen en vervolgens op de tabtoets te drukken) en geef de argumenten van de functie in. Een klein kadertje onder de functie geeft aan hoe ze is opgebouwd, en welke argumenten nodig zijn.
Bevestig je functie tot slot met enter.
Functies ingeven met de functiewizard
Heb je wat extra begeleiding nodig bij een functie? Ken je ze niet zo goed? Dan maak je beter gebruik van de functiewizard. DIe begeleidt je stap voor stap en zorgt ervoor dat je alle argumenten invult.
Ik laat het eerst zien, de uitleg staat onder het filmpje.
Klik hiervoor op de knop Functie invoegen naast de formulebalk. Je herkent die aan fx.
Dit opent het dialoogvenster Functie invoegen.
In het bovenste vak van het dialoogvenster kunnen we een trefwoord ingeven waarop we kunnen zoeken. Daarna worden alle functies weergegeven die Excel heeft gevonden die op één of ander manier iets met ons zoekwoord te maken hebben.
Heb je een functie geselecteerd, dan wordt hiervan een omschrijving gegeven. Die maakt extra duidelijk of de functie doet wat je nodig hebt.
Daarna kan je de argumenten ingeven. Argumenten zijn de bouwstenen van de functie. Het aantal argumenten is natuurlijk afhankelijk van de gekozen functie. Enkel de argumenten die vet worden weergegeven in het dialoogvenster, zijn verplicht in te vullen, de rest is optioneel.
Vaak wil je bij de argumenten cellen of bereiken ingeven. Dat kan je eenvoudig doen door ofwel de celnaam of het bereik te typen, of door op het pijltje te klikken naast het vakje. Zo kan je cellen of bereiken gewoon selecteren in je werkblad.