Inhoudsopgave
Vectorvormen invoegen
Een tijdje geleden hebben we het al gehad over het verschillen tussen rasterafbeeldingen en vectorafbeeldingen. We hebben toen gezegd dat Adobe Photoshop klassiek gekend is als rasterprogramma, maar dat het tegenwoordig ook heel wat vectorfuncties heeft.
Een van die vectormogelijkheden is het werken met vormen. En dat is wat we hieronder doen.
Wanneer je bij de gereedschappen naar de vormen gaat zoeken, kom je standaard het rechthoekgereedschap tegen en als je blijft drukken ook gereedschappen voor andere vormen (ovalen, driehoeken, lijnen etc.).
We klikken erop en tekenen een vorm naar keuze. Je merkt nu dat er een nieuwe laag wordt aangemaakt. Wanneer je klikt en sleept kan je meteen de grootte van de vorm bepalen (shift indrukken tijdens het slepen zorgt voor gelijke verhoudingen). Wanneer je niet klikt en sleept maar enkel maar klikt, krijg je een venstertje te zien waarmee je de exacte afmetingen van de vorm kan ingeven.
Vectoren bewerken met het gereedschap padselectie en direct selecteren
Het grote voordeel van vectoren is dat je die vorm achteraf nog volledig kan aanpassen.
Je hebt daarvoor 2 gereedschappen links, 2 x in de vorm van een pijl:
- padselectie (afgebeeld met een zwarte pijl): hiermee selecteer je de hele vector. Je kan het geheel verkleinen, verplaatsen, etc.
- direct selecteren (afgebeeld met een witte pijl): hiermee kan je de individuele punten in een vector selecteren en bewerken.
Wanneer je zo de vector aanpast blijft de kwaliteit ongewijzigd.
Laten we nu eens een 2de vorm invoegen, we doen dat standaard op een nieuwe laag. Vooraleer je echter begint te tekenen, moet je eens in de optiebalk kijken. Je ziet daar standaard een keuzelijstje staan waarin vorm geselecteerd is. Dat betekent dat je standaard vormen tekent. Verander dat nu eens in pixel.
Als je nu een rechthoek tekent, worden gewoon de pixels aangepast, zonder dat er vorminformatie wordt doorgegeven. Het is alsof je gewoon met een penseel een rechthoekje schildert. Het padgereedschap (de zwarte cursor) werkt nu natuurlijk niet.
Het is dus belangrijk dat we vormen maken ipv. pixels, als we achteraf nog items willen bewerken en verplaatsen.
Vormen opmaken en bewerken
Nu dat dat onderscheid duidelijk is, beginnen we eens opnieuw. Voor de aardigheid starten we met een zwarte achtergrond.
We selecteren eerst het rechthoekgereedschap en tekenen een vorm. Kijk na dat in de optiebalk vorm aangeduid is in het keuzelijstje.
Wat we nu gaan doen is de voornaamste opties bekijken in de optiebalk of rechts bij de eigenschappen. In het filmje hieronder kiezen we voor die laatste optie, dus alles aanpassen bij de eigenschappen rechts
Met vul bepaal je de kleur of opvulling van je vorm. Bevestig telkens met enter. Je zou met de tabs ook nog kunnen opvullen met een vaste kleur, een kleurovergang of een patroon, maar ine het filmpje hierboven doen we dat niet.
Met lijn bepaal je de kleur en vulling van de rand van de vorm. Met het getal daarna de dikte van de rand en met het vakje daarna (de lijnopties) het uitzicht van de rand, bijvoorbeeld een vaste lijn of stippels.
Daarna kan je de afmetingen aanpassen, met het linkicoontje zorg je ervoor dat je breedte en hoogte onafhankelijk van elkaar kan aanpassen.
Vormen combineren op een laag
Standaard wordt een nieuwe vorm op een andere laag ingevoegd, maar je kan op een laag meerdere vormen combineren. In de optiebalk vind je opties die bepalen wat er moet gebeuren als je een tweede vorm tekent. Standaard is nieuwe laag geselecteerd, maar je vindt ook nog andere opties als vormen combineren (de vormen worden samengevoegd) of doorsnede maken (alleen de overlappende delen blijven behouden).
Zo kan je snel complexe figuren maken, of op 1 laag meerdere items combineren.
Hieronder doen we het eens voor.
Heb je zo een complexe figuur gemaakt? Dan kan je met vormcomponenten samenvoegen (je vindt het op dezelfde plaats als de hierboven gebruikte opties) ervoor zorgen dat de wijzigingen definitief worden doorgevoerd. Je maakt nu een nieuwe vorm (of beter pad) die je enkel nog als geheel kan bewerken.
Vormen uitlijnen
Net zoals alles inhoud kan je ook vormen netjes uitlijnen en verdelen.
Als je meerdere vormen in 1 laag combineert, kan je de uitlijn- en verdeelopties gebruiken in de optiebalk van het padselectiegereedschap. Hieronder demonstreren we veel. We voegen 4 vormen in op 1 laag, we schuiven ze in elkaar en verdelen ze, en tot slot combineren we ze. Het geheel centreren we dan op het canvas.
Met meerdere lagen kan je natuurlijk ook de gewone uitlijnopties gebruiken die je ook bij het verplaatsgereedschap vindt.
Hieronder voegen we de vorm toe op 2 lagen en lijnen dan uit.
Aangepaste vormen maken
Je hoeft je niet te beperken tot rechthoekjes, ovalen, veelhoeken en lijnen. Er zijn heel wat aangepaste vormen beschikbaar. Zoek maar eens het aangepaste vorm gereedschap. Dat is de laatste optie bij de rechthoeken, ovalen etc.
In de optiebalk vind je dan een keuzelijst waarin je heel wat verschillende vormen terugvindt. De aangepaste vorm kan je invoegen en bewerken zoals alle andere vormen. Druk op enter om te bevestigen.
Maar er is nog meer. Als je het venster opent waarin je de aangepaste vorm selecteert, moet je eens op het tandwiel klikken.
Een eerste optie is om vormen te importeren. Je kan bijvoorbeeld op het internet op zoek gaan naar “Photoshop Custom Shapes”. Je vindt dan CSH-bestanden die je kan importeren in Adobe Photoshop. Vanaf dan verschijnen ze bij je aangepaste vormen.
Ten tweede kan je ook je eigen tekenwerk opslaan als een aangepaste vorm, die je dan in andere projecten kan gebruiken. Dat doe je door de laag te selecteren waarop staat wat je wil bewaren, en vervolgens in het menu op bewerken te klikken en te kiezen voor aangepaste vorm definiëren.
Daarna kan je de vorm een naam geven, en zodra dat gelukt is vind je je eigen vorm terug in het lijstje van de aangepaste vormen. Handig, hé?
Tekst rond laten lopen op een cirkel
In het deel over tekst las je dat je meer zou ontdekken over hoe je tekst in een cirkel kan plaatsen. Tijd om die belofte in te vullen.
Eerst het filmpje, daarna de uitleg.
Begin met een cirkel te tekenen.Selecteer het ovaal en houd shift ingedrukt bij het tekenen.
Teken daarna een tweede cirkel. Die komt dan op een 2de laag.
Nu moeten we de 2 lagen verticaal en horizontaal centreren ten opzichte van elkaar. Dat doen we door de twee lagen tegelijk te selecteren door erop te klikken terwijl je ctrl indrukt. Eenmaal geselecteerd lichten hun namen op.
Dan gaan we naar het verplaatsingsgereedschap. Klik in de optiebalk op de 3 puntjes voor de uitlijnopties en kijk na dat onderaan in het keuzelijstje “selectie” is geselecteerd. We willen de 2 cirkels immers uitlijnen tov. elkaar, niet ten opzichte van de pagina. Centreer met de icoontjes horizontaal en verticaal. Daarna lijnen we ook nog eens uit op de pagina, om het effect eens te bekijken.
Nu gaan we tekst toevoegen. Opnieuw eerst met het filmpje.
Selecteer eerst de laag met de cirkel waarop je wil typen (in het voorbeeld de kleinste) en selecteer het tekstgereedschap. Beweeg je cursor in de buurt van de binnenste cirkel. Op een bepaald moment verandert je cursor en kan je tekst typen.
Om die tekst wat los te krijgen van de binnenste cirkel, open je best in het menu venster het venster teken. Met de waarde bij verschuiving kan je de cirkel waarin de tekst getoond wordt groter of kleiner maken. Hieronder zie je het effect.
Nu vraag je je misschien nog af hoe je de tekst kan positioneren. Bij het tekengereedschap selecteer je bij de opties bovenaan eerst centreren.
Vervolgens moet je nog duidelijk maken waar we dat centrum willen hebben.
Dat doe je door met het padselectiegereedschap in de buurt te komen van de tekst, terwijl de tekstlaag geselecteerd is. De cursor krijgt nu een pijltje links en een pijltje naar rechts. Wanneer je nu klikt of sleept, positioneer je de tekst. Omdat we de tekst gecentreerd hebben, plaatsen we dus het middelpunt van de tekst. Zorg er nu voor dat dat middelpunt overeenkomt met het middelpunt bovenaan van de cirkel. Als je daar voorbij sleept, stopt de verschuiving even en springt de tekst naar het middelpunt.
Hieronder zie je het effect.
