Je kan niet met Word werken als je het verschil niet kent tussen tekenopmaak, alineaopmaak en sectieopmaak. Zonder kennis daarover kom je altijd vreemde problemen tegen.
Word lijkt dan onlogisch te werken, maar eigenlijk ligt het aan je zelf. Ja, dat komt even binnen, hé? 🙂
Ga naar de hoofdpagina van de Word-cursus
Waar kan je in Word de verschillende types opmaak selecteren?
Kijk eens naar onderstaand screenshot. Je vindt er de 3 hoofdlocaties van elk type opmaak:
- Op de tab Start vind je in de groep Lettertype vind je tekenopmaak
- Op de tab Start vind je in de groep Alinea vind je alineaopmaak
- Op de tab Indeling vind je in de groep Pagina-instelling de sectieopmaak
In de realiteit lopen de 3 verschillende opmaken een klein beetje in elkaar over en vind je bepaalde opties ook nog elders, maar houd eerst deze driedeling goed in je achterhoofd.
Wat is tekenopmaak? Hoe gebruik ik het?
Met tekenopmaak maak je afzonderlijke tekentjes op. Dus, wil je in één woord elke letter een andere kleur geven? Dat kan omdat de letterkleur een deel is van de tekenopmaak. Je kan de kleur per letter variëren.
Welke items maken o.a. deel uit van de tekenopmaak?
- lettertype
- vet
- cursief
- lettergrootte
- tekstkleur
- onderstrepingsstijl & -kleur
- superscript en subscript, denk aan m² en H2O
- alles in hoofdletters of kleine letters
- klein kapitaal: Dat Ziet Er Zo Uit
- verborgen tekst
- tekstmarkering
- teksteffecten (schaduwen, weerspiegeling …)
- kader rond tekens
Belangrijk is dus dat het teken de kleinste eenheid is die je zo kan opmaken. Daarom moet je voor tekenopmaak altijd heel nauwkeurig selecteren welke tekens je opmaak wil geven. Selecteer je niets en pas je opmaak toe? Dan probeert slim te zijn door te gissen wat je waarschijnlijk wil doen. In dat geval wordt het hele woord opgemaakt.
Wat is alineaopmaak? Hoe pas ik deze opmaak toe?
Wat gebeurt er wanneer je op enter drukt in Word? Je krijgt dan een nieuwe regel, zeg je? Hmz, dat is juist, maar niet volledig.
Eigenlijk krijg je dan telkens een nieuwe alinea. En dat is belangrijk. Alle items die immers deel uitmaken van de alineaopmaak gelden altijd minstens voor 1 alinea. Je kan alineaopmaak niet toepassen op een halve alinea.
Welke items maken o.a. deel uit van de alineaopmaak?
Klik op een item voor meer uitleg:
Uitlijnen
Met de uitlijning bepaal je hoe de regels onder elkaar staan.
- Met links uitlijnen staan de linkerkanten van alle regels mooi onder elkaar.
- Met centreren staan alle middens van elke regel mooi onder elkaar
- Met rechts uitlijnen staan de rechterkanten van alle regels mooi onder elkaar.
- Met uitvullen staan de linkerkanten en rechterkanten van alle regels mooi onder elkaar.
Inspringen
Inspringen is witruimte voorzien aan de linkerkant van de alinea (links inspringen) of aan de rechterkant (rechts inspringen). Je alinea wordt zo smaller.
Er bestaan ook nog twee speciale vormen van inspringen aan de linkerkant:
- Eerste regel inspringen: hier springt enkel de eerste regel van een alinea in
- Verkeerd-om inspringen: hier springen alle regels van de alinea behalve de eerste in
Afstand voor en na de alinea
De afstand voor de alinea is de afstand boven de bovenste regel van een alinea. De afstand na de alinea is de afstand na de onderste regel onder de alinea.
Regelafstand
De regelafstand is de witruimte tussen de regels. Je kan dat per alinea variëren.
Standaard druk je de afstand relatief uit ten opzichte van de tekengrootte waarin je typt. Een regelafstand van 2 en typen in lettergrootte 20pt geeft je dus 40pt witruimte tussen de regels.
Alineakader
In de groep alinea kan je kaders toevoegen en een opvulkleur of arcering toevoegen. Zo’n kader wordt toegepast op de hele alinea.
Let op: wanneer je enkele tekens selecteert ipv. in een alinea te klikken of meerdere alinea’s te selecteren, dan wordt het kader toegevoegd als tekenopmaak ipv. als alineaopmaak. Je krijgt dan een kadertje rond tekens ipv. een kader rond de alinea.
Tabs
Stel je tabs in? Daarmee bedoelen we niet gewoon op de tabtoets drukken, maar wel aangepaste tabafstanden instellen. Dan geldt zo’n ingestelde tab meteen voor de hele alinea. Wanneer je aanpassingen doet aan de tabs, moet je dus ook de alinea’s selecteren waarvoor je de tabs wil instellen.
Dat klinkt nu misschien wat cryptisch allemaal, maar het wordt duidelijk wanneer je met aangepaste tabs kan werken.
Belangrijk is dat een alinea dus de kleinste eenheid is die je zo kan opmaken bij alineaopmaak. Wil je alineaopmaak toepassen op slechts 1 alinea? Dan volstaat het om gewoon in die alinea te klikken.
Bespaar je de moeite om alle tekens in die alinea mooi te selecteren. Dat hoeft echt niet!
Wat is sectieopmaak? Hoe pas ik sectieopmaak toe?
Met secties splits je je document op in nog grotere gehelen, of grotere blokken. De schaal waarop je dat doet is vaak groter dan een reeks tekens (tekenopmaak) en ook groter dan een reeks alinea’s (alineaopmaak). Meestal bestaat zo’n sectie immers uit een reeks pagina’s.
Waarom zou je je document opdelen in secties? Vooral om aparte sectieopmaak te kunnen toepassen op de verschillende secties. Want met sectieopmaak kan je leuke dingen doen.
Welke items maken deel uit van de sectieopmaak? Kijk daarvoor op de tab indeling. Klik op het pijltje onderaan rechts van de groep pagina-instelling om een venster te openen met nog meer opties.
- Marges: je wil een deel van je document andere marges geven dan de rest
- Afdrukstand: je wil een of meer pagina’s liggend oriënteren
- Papierformaat: je wil een of meer pagina’s een ander formaat geven
- Verticale uitlijning: je wil tekst op een pagina bijvoorbeeld verticaal centreren ipv. bovenaan positioneren
- Kop- en voetteksten: je wil andere kop- of voettekst toevoegen aan een of meer pagina’s
Kolommen: Dit is een beetje een afwijkende toepassing. Telkens wanneer je het aantal kolommen wisselt (standaard typ je in 1 kolom), moet je een nieuwe sectie starten.
Wanneer je dus eerst typt in 1 kolom, daarna 5 regels in 2 kolommen en vervolgens terug in 1 kolom, dan heb je 3 secties nodig.
Sectieopmaak bij kolommen is afwijkend omdat het anders dan bij de andere sectieopmaakmogelijkheden (marges, formaat …) niet gaat over secties die minstens 1 pagina groot zijn, maar over kleinere secties waarbij zelfs meerdere secties per pagina mogelijk zijn.
Hoe start je een nieuwe sectie?
Bij sectieopmaak stel je je misschien een vraag die je hiervoor waarschijnlijk nog niet had: hoe begin je een nieuwe sectie? Bij tekenopmaak moet je gewoon een nieuw teken typen, bij alineaopmaak druk je op enter om een nieuwe alinea te starten. Maar hoe zit dat bij sectieopmaak?
Eigenlijk is het eenvoudig:
Plaats je cursor op de plaats waar je een sectie-einde wil invoegen, dat is waar je een nieuwe sectie wil starten.
Klik vervolgens op de tab indeling op eindemarkeringen en selecteer vervolgens onder “sectie-einden” volgende pagina.
De inhoud vanaf de plaats van de cursor verplaatst nu naar een nieuwe pagina, en die pagina is ook meteen de start van een nieuwe sectie.
Hoe weet je in welke sectie je aan het typen bent?
Het is met het blote oog niet goed te zien wanneer een nieuwe sectie werd toegevoegd. Hoe weet je dan in welke sectie je typt? Je moet iets aanpassen in de statusbalk onderaan. Vanaf dan zie je niet alleen het paginanummer van de positie van de cursor, maar ook het sectienummer.
Klik daarvoor met de rechtermuisknop op de statusbalk (1) en vink sectie aan (2). Vervolgens zie je in de statusbalk links het sectienummer (3).
Expert-hulp nodig voor je Word-probleem?
Krijg je iets niet opgelost in Word? Blijft iets verspringen? Verlies je te veel tijd aan het zoeken naar een oplossing? De experten van handleiding.be kunnen je waarschijnlijk helpen.