Inhoudsopgave
Celadres & celverwijzing
Eerder las je al dat we elke cel uniek identificeren door kolomletter en rijnummer te combineren. A2 verwijst naar de cel in kolom A op rij 2. Je ziet het celadres A2 dan staan in het naamvak.
Wanneer we in een formule verwijzen naar een andere cel, dan noemen we dat een celverwijzing.
Relatieve celadressering is de standaard
Eerder leerde je al bij over doorvoeren met de vulgreep. We voerden aangepaste lijsten door en ontdekten welke doorvoeropties er zijn al je doorvoert met de linkermuisknop en rechtermuisknop.
Je moet nu eens proberen een cel met een formule door te voeren. Dat lukt, hé? We moeten eens goed kijken wat er eigenlijk gebeurt.
Stel dat je op rij 2 een simpele formule hebt staan die verwijst naar 2 andere cellen, ook op rij 2. Als je die formule kopieert of doorvoert naar rij 3 tot 6, dan zie je dat op rij 3 de cellen van rij 3 worden gebruikt, op rij 4 de cellen van rij 4 enzovoort.
De celverwijzing (de cel waarnaar je verwijst) kan dus veranderen. We noemen ze daarom relatief. Het tegenovergestelde van absoluut.
Nog anders gezegd: eigenlijk staat er niet dat je altijd A2 moet optellen bij B1. Er staat dat je de som moet nemen van de cel die links naast de geselecteerde cel staat (naast C2 dus hier) en de cel links daarvan. A2 en B2 voor de geselecteerde cel C1 dus, maar ook bijvoorbeeld A6 en B6 als je de formule kopieert naar C6 en C6 selecteert.
Die relatieve celadressering is natuurlijk heel erg handig om snel berekeningen te maken die per record gebruik maken van specifieke gegevens. Wil je op 1.000 rijen telkens een som maken? Dan moet je die som niet 1.000 x intypen, maar je doet het een keer en je voert dan door (met de vulgreep). Standaard pakt het programma de juiste getallen per rij.
Tip | Snel doorvoeren door te dubbelklikken
Als je dubbelklikt op de vulgreep voert Excel automatisch door tot de volgende lege cel. Zo kan je zonder met je vingers in de knoop te raken duizenden rijen doorvoeren.
In het voorbeeld hierboven voerde ik door in de rijen, maar je kan natuurlijk ook doorvoeren naar rechts (of links). Het principe blijft hetzelfde: standaard zijn de celverwijzingen relatief en verwijzen ze naar de positie van een cel ten opzichte van de geselecteerde cel in plaats van naar een absolute cel.
Gebruik absolute celverwijzingen als de cellen niet mogen veranderen.
Stel dat je voor elke rij de waarde in kolom A x 5 wil doen. Je zou overal in de formule de 5 manueel kunnen typen, of je kan verwijzen naar de 5 in cel B1.
Als we gewoon doorvoeren zien we echter snel foute resultaten.
Wat er fout loopt zie je door op een van de cellen te dubbelklikken waarvoor het resultaat niet klopt. Zie je welke cellen gebruikt worden in de berekening? Dat klopt natuurlijk niet. De waarde in kolom A moet telkens een rij naar beneden schuiven, maar die 5 is altijd te vinden op rij 1. Die 1 moet 1 blijven, moet absoluut worden.
Je zou ervoor moeten kunnen zorgen dat hoe je ook doorvoert altijd cel B1 wordt gebruikt. Dat kan met de zogenaamde absolute celadressering.
Hoe doe je dat? Voeg in de formule in B2 waar je naar B1 verwijst dollartekens in in de celverwijzing. B1 wordt dan $B$1. Je kan die dollartekens gewoon typen, maar ik vind dat vervelend. onze toetsenborden lijken daar niet voor gemaakt.
Veel gemakkelijker geef je de dollartekens in door enkele keren op de functietoets F4 te drukken wanneer je cursor vlak na B1 staat. Je wisselt dan tussen verschillende celadresseringen, en komt op een bepaald moment $B$1 tegen.
Dat is veel sneller dan dat geknoei met het dollarteken op je toetsenbord.
Wanneer ik formules maak lees ik zo’n dollarteken altijd als “vast”. Dus, je vermenigvuldigt de waarde in kolom A met de waarde van de cel in de vaste kolom B op de vaste rij 1. Voor mij maakt dat duidelijk wat ik aan het doen ben.
Gemengde celadressering
Er bestaat ook een tussenvorm waarbij absolute en relatieve celadressering tegelijk worden gebruikt. Dat noteer je dan met 1 dollarteken. Twee voorbeelden.
Neem nu mijn voorbeeld van hierboven. Is het noodzakelijk dat ik ook de kolom B absoluut maak? Nee, want ik voer enkel door binnen kolom B. Het enige wat echt vast moet zijn is de 1.
Klinkt dat moeilijk? Het is het niet. Misschien moet je eens wat oefening in Excel.
Kan je onderstaande oefening oplossen (vermenigvuldig de rijen en kolommen) door 1 formule te maken die je naar onder en vervolgens naar rechts doorvoert met de vulgreep? De oplossing staat onder de afbeelding, dus scroll niet te ver door als je niet wil spieken.
En hier is de oplossing:
Als je dat gedoe met die dollartekens hier niet goed snapt, dan ben je eigenlijk verloren in Excel. Daarom stel ik voor dat je op deze pagina blijft tot je echt snapt waarvoor ze dienen.
Snap je er dus niks van? Hop, ga terug naar START hierboven. ????